Russische wetenschappers van de State Agricultural University of Novosibirsk, hebben samen met collega's uit het VK voor het eerst een remmer geblokkeerd die insectenlarven onkwetsbaar maakt voor de werking van parasitaire schimmels. Dergelijke paddenstoelen worden gebruikt als basis voor ongediertebestrijdingsmiddelen en de resultaten van het onderzoek zullen helpen bij het creëren van unieke gewasbeschermingsmiddelen. Dit is gerapporteerd in een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Developmental & Comparative Immunology.
De ontwikkeling van op RNAi gebaseerde technologie kan worden benut voor geïntegreerde plaagbestrijdingsstrategieën.
Er vindt een evolutionaire "wapenwedloop" plaats tussen ziekteverwekkers en hun slachtoffers, wat leidt tot de opkomst van gespecialiseerde verdedigings- en aanvalsmethoden. Zo worden voor insecten pathogene parasitaire schimmels gebruikt als bescherming van landbouwgewassen tegen ongedierte. Deze paddenstoelen kunnen speciale enzymen gebruiken, zoals protease-brekende eiwitten, om efficiënt het omhulsel van het lichaam binnen te dringen. Sommige insecten, waaronder de grote wasmot (Galleria mellonella), geven echter proteaseremmers en andere immuunfactoren af om schimmelinvasie te voorkomen.
Tot op heden is er geen moleculair bewijs voor de onmiskenbare rol van een metalloproteïnaseremmer van insecten bij de antischimmelafweer. Om het verband tussen remmers en immuniteit voor schimmels te bevestigen, gebruikten wetenschappers de methode van RNA-interferentie, die bestaat uit de selectieve onderdrukking van genactiviteit met behulp van kleine RNA-moleculen. De onderzoekers blokkeerden de werking van een metalloproteïnaseremmer (IMPI) in Galleria mellonella en stelden de insecten vervolgens bloot aan de entomopathogene schimmel Metarhizium brunneum.
IMPI-niveaus waren significant verlaagd in het omhulsel (tienvoudig) en vetlichaam (vijfvoudig) van de met RNA behandelde insecten in vergelijking met de controlelarven, en het sterftecijfer was significant hoger. Het blokkeren van IMPI door RNA-interferentie brengt dus de antischimmelafweer in gevaar en maakt insectenplagen kwetsbaar voor infectie.