Sommige boeren noemen zichzelf koolstofboeren, maar alle boeren zijn stikstofboeren. Stikstof is de basis voor eiwitten in plant en dier en daarmee de belangrijkste bouwsteen waar boeren mee werken. Nu ook de nieuwe ministers van LNV volop inzetten op kringlooplandbouw, moeten we serieus kijken naar het gat in de kringloop.
Voor enig historisch besef gaan we vijf eeuwen terug in de tijd, naar de Krimpenerwaard. Een typisch veenweidegebied met veel sloten, langgerekte percelen en slappe grond. Er was toen – 500 jaar geleden! – er is al een verregaande specialisatie in de landbouw. De belangrijkste landbouwactiviteit was de teelt van hennep voor de productie van touw en zeildoek.
Er was voldoende kunstmest nodig om de hennepteelt op de kleine akkers mogelijk te maken. Hiervoor werden koeien gehouden waarvan de mest via luiken aan de zijkant van de stal snel naar de wei kon worden afgevoerd. Als bijproduct leverden de koeien melk, waarvan kaas en boter werden gemaakt. De wei die overbleef bij het maken van kaas werd aan de varkens gevoerd.
opschalen
De uitvinding van de karnmolen in de 17e eeuw was een belangrijke stap in de schaalvergroting . De boerin hoefde niet meer met de hand te karnen, maar voortaan werd een paard gebruikt om rondjes te lopen. De boerin had tijd voor andere dingen en het paard kon ook een groter karnen aan, dus met meer melk op basis van meer koeien.
Nederlandse hennep werd gaandeweg te duur en werd steeds vaker uit het buitenland geïmporteerd. De boeren in de regio gingen in transitie naar een landbouw die gespecialiseerd was in de melkveehouderij. De varkens mochten blijven. Aan het einde van de In de 18e eeuw was de Krimpenerwaard een van de gebieden met de hoogste bezettingsdichtheid van het land.
Een historisch gat in de cyclus
De hennep had eeuwenlang de regio verlaten als touw en dekzeil en liet een gat in de kringloop in de Krimpenerwaard achter. Het grasland verder van de boerderij werd gebruikt als hooiland. Elk jaar werd er één grashalm gemaaid, terwijl het land niet of nauwelijks werd bemest. Deze gronden werden de arme gronden waar zich bijzondere natuur ontwikkelde, maar die ook het risico liepen afgegraven te worden voor turfwinning.
De uitvinding van kunstmest vulde het gat in de kringloop en maakte een einde aan de verarming van de grond in Nederland. Dankzij de steeds efficiëntere landbouw kon grond uit productie worden genomen. Waar wonen meestal op de beste landbouwgronden plaatsvond, werden de arme gronden vaak natuur. Tegenwoordig maakt de landbouw de aangrenzende landen rijker in plaats van armer.
Waar vroeger menselijke mest terug op het land werd gebracht, wordt deze nu voornamelijk verbrand of in zee geloosd.
Het grootste gat in de landbouwcyclus is het gat waarop u zit als u deze column leest. Waar vroeger menselijke mest terug op het land werd gebracht, wordt deze nu voornamelijk verbrand of in zee geloosd. Om deze kringloop op grote schaal te sluiten, is een behoorlijke inspanning vereist. De moderne mens zit immers vol met medicijnen, medicijnen, batterijen, inkt en ander afval dat boeren niet op hun land willen hebben.
Een ander gat in de kringloop is dierlijke mest die boeren in Nederland beperkt mogen gebruiken, terwijl ze onbeperkt kunstmest mogen uitrijden. Goede mest wordt afgevoerd of zelfs verbrand, terwijl boeren gedwongen worden kunstmest te kopen. En de kosten van meststoffen stijgen snel. Houd je van het klimaat of wil je echt iets met kringlooplandbouw, dan kun je het daar niet bij laten.
Waar zijn de kunstmestvervangers?
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken gedaan naar kunstmestvervangers. Het gaat om verwerkte dierlijke mest die gebruikt kan worden in plaats van kunstmest. Voorbeelden zijn mineralenconcentraat, spuiwater uit verdampingsinstallaties en dunne fractie uit digestaat. In de toekomst kan het ook gaan om verwerkte vloeibare fractie na mestscheiding uit (nieuwe) stalinstallaties.
Het wordt al snel technisch, maar de basis is simpel: gebruik dierlijke mest in plaats van kunstmest. Dat is beter voor het klimaat, beter voor de natuur en beter voor de boer. Het is belangrijk dat de mest niet te intensief wordt verwerkt, zodat het qua CO2-uitstoot ook beter uitpakt dan kunstmest. En na de kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest direct door naar kunstmestvervangers op basis van menselijke mest.
Kringlooplandbouw – en nu echt
Vanuit het Europees Parlement heeft Jan Huitema zich de afgelopen jaren hard ingezet voor de introductie van kunstmestvervangers. Het is nu tijd dat de Nederlandse politiek in actie komt. We hebben een hele stapel visies en Kamerbrieven die zijn geschreven over kringlooplandbouw, maar echte actie hebben we de afgelopen jaren niet gezien. Dit is een kans voor de nieuwe ministers om een leemte te dichten.
De oorspronkelijke functie van boerderijdieren is het maken van mest voor de akkerbouw. Je laat koeien grazen, je voert de restjes aan de varkens en je wordt beloond met het bruine goud. Daarmee kun je planten voeden en als bonus krijg je vlees en melk. We kunnen niet terug naar het verleden, maar we kunnen vooruit naar de toekomst. Waardeer mest, koester het dier en dicht mazen in de wet – te beginnen met kunstmestvervangers.