De Belgische aardappelverwerkende industrie heeft de laatste decennia een spectaculaire groei doorgemaakt.
De bedrijven actief in deze sector zijn gegroeid van 500.000 ton verwerkte aardappelen in 1990 naar 3,65 miljoen ton grondstof in 2012. Dit betekent een nieuwe stijging van zo'n 5,4 % ten opzichte van 2011. Dit is niet alleen een succes voor de verwerkende bedrijven, veelal familiebedrijven, maar ook voor de met primaire producenten – de aardappeltelers – en de handelaren.
De Belgisch de aardappelverwerkende industrie is uitgegroeid tot 's werelds grootste exporteur van diepgevroren aardappelproducten, vóór Nederland, Canada en de Verenigde Staten. Kenmerkend voor deze groei is de opmerkelijke toename van de export naar derde landen.
Landen in Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Oceanië beginnen te genieten van de rijke traditie en kwaliteit van de Belgische friet.
De groei in 2012 werd met name gedreven door de toename van de productie van diepgevroren en gekoelde frites. Andere producten als frites en aardappelpureeproducten kenden een stagnatie ten opzichte van vorig jaar.
Met een bedrag van ruim 71 miljoen euro zijn ook de investeringen binnen de Belgische verwerkingsbedrijven fors gestegen ten opzichte van de laatste jaren. Er is zowel op kwantiteit als op kwaliteit geïnvesteerd, met bijzondere aandacht voor milieu en duurzaamheid. Ook de cijfers van de directe werkgelegenheid in de industrie bevestigen een positieve trend.
De stijging van de productie in 2012 is des te opmerkelijker als je rekening houdt met de lagere productie van aardappelen in grote delen van het traditionele teeltareaal voor de Belgische aardappelverwerkende industrie tijdens het seizoen 2012 – 2013 en de recordopbrengst tijdens het voorgaande seizoen.
De lage aardappelproductie was te wijten aan het extreem natte voorjaar – dat de aanplant verstoorde, de korte zomer en opnieuw overvloedige regenval in de herfst – waardoor zelfs een aantal velden niet konden worden geoogst.