De Europese aardappelsector wordt geconfronteerd met lage prijzen, hoge kosten, grote uitdagingen op het gebied van plantgezondheid en het verminderen van de milieubelasting en door corona voorlopig onzekere afzet.
Dat concludeert directeur Ramona Wieduwilt van BVS, de Duitse koepelorganisatie van aardappelverwerkers. Ze hield deze week een presentatie om de Europese Commissie bij te praten over de huidige situatie op de aardappelmarkt en schetste een minder optimistisch beeld.
Volgens Wieduwilt is de uitbraak van de coronavirus heeft geplaatst de aardappelmarkt in een heel ander perspectief. Dit betreft voornamelijk aardappelen voor de verwerkende industrie. Tot en met 2020 was er een dynamische uitbreiding van het aardappelareaal in de Europese Unie om voldoende grondstof te produceren voor de aardappelverwerkers.
Uit cijfers van Eurostat en BVS blijkt dat het aardappelareaal in de 27 EU-landen – dit is exclusief het Verenigd Koninkrijk – is gestegen van 1.52 miljoen hectare naar 1.66 miljoen hectare in de periode van 2014 tot 2020. De totale aardappelproductie voor dit jaar in de EU wordt geschat op 54 tot 55 miljoen ton. Dat is 6.4 procent meer dan vorig jaar.
Bijna niet anticiperend op corona
Polen is qua oppervlakte het grootste Europese aardappelland, maar Duitsland produceert in tonnen de meeste aardappelen. Wieduwilt legt in haar presentatie uit dat de aardappelsector daar in het voorjaar van 2020 nauwelijks op kon anticiperen na de uitbraak van corona. Het gevolg van een enorm overaanbod aan verwerkingsaardappelen met als gevolg stapeling van voorraden en scherpe prijsdalingen op de aardappelmarkt is bekend.
Cijfers van de verwerkte volumes in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Polen laten een groei zien van 12.8 miljoen ton in 2008 naar 17.5 miljoen ton in 2018. Vanaf oogst 2019 komt het verwerkte volume aardappelen uit op 17 miljoen ton. Deze daling is al toe te schrijven aan lagere verkopen door corona. Zetmeelaardappelen zijn niet meegenomen in deze cijfers van het Duitse marktbureau AMI.
De impact van de pandemie blijkt ook uit de exportcijfers van frites geproduceerd door verwerkers in België, Duitsland en Nederland. Op het hoogtepunt in het seizoen 2018-2019 werd vanuit deze landen bijna 4 miljoen ton chips naar het buitenland verkocht. Voor 2020-2021 verwacht AMI dat het exportvolume voor frites met zo'n 550,000 ton zal afnemen door wegvallende vraag.
Stijging van de zetmeelproductie in de EU
Wat de coronacrisis doet met de ontwikkeling van de zetmeelindustrie is volgens Wieduwilt grotendeels onduidelijk. Voor de verwerkers is het afwachten in hoeverre de economische gevolgen van de crisis de afzet van het zetmeel gaan beïnvloeden. De directeur van BVS wijst erop dat het areaal zetmeelaardappelen in de EU vanaf 13 met 2015 procent is toegenomen tot ruim 230,000 hectare. In 2019 werd in de EU bijna 1.6 miljoen ton aardappelzetmeel geproduceerd.
Naast de onzekere marktsituatie worden aardappeltelers in de EU op middellange termijn ook geconfronteerd met uitdagingen in de teelt op het gebied van plantgezondheid, vermindering van de milieubelasting en ook bewaring zonder chloorprofam als kiemremmer. Wieduwilt stelt dat het steeds moeilijker wordt om aan de hoge eisen van de consument en daarmee de afnemers te voldoen.
Om een betrouwbare leverancier van een kwalitatief hoogwaardig voedingsproduct te blijven, moeten de aardappeltelers volgens de directeur van BVS beschikken over weerbare rassen en de juiste oplossingsmogelijkheden en regelgeving die daarbij past. Hogere teelteisen brengen ook hogere kosten met zich mee. Volgens Wieduwilt is begrip van de samenleving als geheel nodig om hieraan een meerprijs te verbinden.
Advies voor teeltjaar 2021
In navolging van telersorganisatie Noordwest-Europese Aardappeltelers (NEPG) adviseert ook koepelorganisatie BVS dat vanwege de onzekere toekomst voor het teeltjaar 2021 een forse afname van het aardappelareaal voor de hand ligt. Dit betreft met name het teeltareaal voor aardappelen bestemd voor de verwerkende industrie.