Binnen de fosfaatnormen is het voor akkerbouwers goed mogelijk om in de fosfaatbehoefte van het gewas te voorzien en voldoende organische stof aan te voeren. Dat concluderen onderzoekers Wieke Vervuurt en Marjoleine Hanegraaf van WUR.
“De angst dat je niet genoeg fosfaat en organische stof binnen de normen zou kunnen leveren, is ongegrond”, zegt Hanegraaf. “Het is goed om na te denken over hoe je het plaatje compleet kunt maken. Ga daarvoor zitten. Er is keuze uit verschillende biologische en andere meststoffen.
Vervuurt werkte aan een project over fosfaatnormen in aardappelen. “Ik heb scenario's in verschillende regio's doorgerekend op basis van praktijkcijfers uit Delphy. Mijn onderzoeksvraag was of de combinatie van teeltplan en bemesting voldoende fosfaat kan opleveren voor de teelt van het gewas, het fosfaatgehalte op peil kan brengen en of dat ook kan met de nieuwe indicatoren en de nieuwe adviezen waar we rekening mee moeten houden. ”
De overheid streeft naar verlaging van de fosfaatnormen in fosfaatrijke gronden, wat betekent dat tijdens de teelt de fosfaatbalans op die gronden naar beneden moet. Met een lagere fosfaatgift zal een fosfaatrijke bodem een nieuwe balans vinden en zich daar stabiliseren. Vervuurt: “Van bedrijven met een aangescherpte gebruiksnorm verwachten we wel dat ze voldoende organische stof blijven leveren.”
Ze rekende uit met het beschikbare fosfaat in de bodem en de fosfaattoestand, die bepalen wat het aanbod mag zijn. De wetgeving maakt gebruik van de P-CaCl 2 en P-Al nummer. In de bodemanalyse wordt de fosfaattoestand weergegeven met P-Al en het direct voor de plant beschikbare fosfaat met P-CaCl 2 . Vervuurt gebruikte twintig voorbeeldbedrijven verspreid over het land om ze om te zetten in een modelstudie.
Om die organische stofvoorziening voldoende hoog te houden, zal een bedrijf met strakke normen meer moeten puzzelen en kiezen voor mestsoorten die veel organische stof opleveren ten opzichte van de fosfaatvoorziening. De teler zal niet de goedkoopste maar de betere oplossing moeten kiezen. Vervuurt: “Dat adviseert Delphy de telers.”
Volgens Hanegraaf kan de teler maatregelen nastreven die de plant voldoende fosfaat beschikbaar houden, zoals een goede pH-waarde (zuurgraad). Ze vindt het belangrijk om aandacht te hebben voor de effecten van het verlagen van de P-dosis of juist het verhogen bij een lage fosfaattoestand. “We doen veldonderzoek op grasland in Lelystad en Zegveld en op bouwland in Lelystad, Marknesse en Wijster. Hieruit blijkt dat de organische stofgehalten niet afnemen met evenwichtsfosfaat bevruchting. Het totaalbeeld tussen bodemkwaliteit en gewasopbrengst moet kloppen. ”
Hogere opbrengsten dragen bij aan meer gewasresten en achtergebleven wortelmassa in de bodem. De onderzoeksresultaten bevestigen volgens Hanegraaf dat de bodemkwaliteit op peil blijft bij evenwichtsfosfaatbemesting. “Minder fosfaat geven leidt niet automatisch tot minder organische stof in de bodem. Er is keuze uit biologische meststoffen en bodemverbeteraars. Doe daar wat mee en maak een rekensommetje onder de kerstboom om te kijken hoe je de bodem het beste kunt verzorgen. ”