Telers kunnen het bodemleven een handje helpen ten gunste van het gewas. Met de combinatie van teeltplan, groenbemesters, grondbewerking en sturing op een C: N-verhouding hebben ze verschillende sturingsmogelijkheden. Tijdens de online Bodemdag van proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat spraken experts hierover met de telers.
Volgens Delphy's adviseur Pierre Cammaert is het vaak beter om de levende grond met rust te laten. “Niet-omkerende grondbewerking houdt het bodemleven meer intact en in balans. Het is een argument voor NKG. ”Groenbemesters zijn volgens Cammaert een goede stimulans en bescherming voor het bodemleven in de periode dat er geen gewas op het veld staat.
Lein de Visser van CZAV besprak de invloed van een diverse mengeling van groenbemesters. Hierdoor is het mogelijk om meer diversiteit in de bodem te creëren. De Visser stelt dat sturen op de verhouding C: N een sturende optie is. Het C: N-quotiënt verschilt per groenbemester en daarmee de ondergrondse flora en fauna die erop leeft. Er zijn meer manieren om de C: N-verhouding te regelen. Telers kunnen werken met meststoffen, gewasresten en bodemverbeteraars om nuttige bodemschimmels of bacteriën te stimuleren.
“Voor bacteriën is de C: N-verhouding van 10 het beste en voor bodemschimmels meer tussen de 20 en 25”, zegt De Visser. “In het korte groeiseizoen heb je als teler meer kans op een gunstig effect op de bacteriën dan op de gunstige bodemschimmels. In plaats van die bacteriële dominantie zien we liever meer schimmels. "
Eelco Boot, manager van de proefboerderij, wijst op de ongunstige werking van ruwe stro-resten. Een actiever bodemleven breekt de organische reststoffen in de bodem beter af en zorgt zo voor fijne humus en een mooie structuur. Het bedrijf in Colijnsplaat doet onderzoek naar bodemverbeteraars die zich richten op een betere balans tussen de verschillende soorten bodemleven. Volgens Dennis Smits van CZAV is een vlotte vertering van organisch materiaal een indicator voor een actief en gezond bodemleven. Met Neosol stimuleert de teler vooral schimmels, met Soilset de bodembacteriën en met een compostdosis draagt de teler actief bij aan de organische stofopbouw. Groenbemesters dragen volgens Smits bij aan het bodemleven, de structuur en de organische stof.
Schadelijke techniek
De telers mogen op basis van verklaringen deelnemen aan de discussie. Een van de stellingen is dat het zonder aanpassingen aan de (te zware) machines weinig zin heeft om aan een beter bodemleven te werken. Volgens De Visser is het zeker dat zware machines een negatief effect hebben op het bodemleven. "Ik ben ervan overtuigd dat het altijd zin heeft om aan je bodemleven te werken." Om schade door zware machines te verminderen, pleit Cammaert voor aanpassing van bouwplannen en een tijdige oogsttijd.
Voor het bodemleven is het moeilijk om alle schade veroorzaakt door te zware machines te verwijderen. Bij het herstellen van verdichting denkt De Visser aan de combinatie van beworteling, bodemleven en mechanisatie: “Je zou eerst een bouwadviseur kunnen inschakelen en daarna een groenbemester inzaaien. Zijn wortels groeien in de gangen die door de bouwadviseur zijn gemaakt en stabiliseren ze. Er is dan een rol weggelegd voor het bodemleven, maar dat alleen zal het niet redden. ”Cammaert stelt dat, bij afwezigheid van echte winters, NKG in combinatie met groenbemesters goed werkt. “Zorg ervoor dat je de afwatering van het perceel op orde hebt. Dat vind ik belangrijk en natuurlijk altijd, ook zonder NKG. "