Het eerste grootschalige agroforestry-project krijgt vorm op een perceel van 15 hectare in Lelystad. Op dit perceel onderzoekt WUR de relatie tussen bomenrijen en heggen en verschillende akkerbouwgewassen. Agroforestry heeft volgens WUR de potentie om tegelijkertijd bij te dragen aan verschillende milieu-, landbouw- en economische aspecten.
Met de aanplant van de eerste bomen en heggen op een perceel van 15 hectare in Lelystad heeft Wageningen University & Research (WUR) de eerste grootschalige multidisciplinaire onderzoeksfaciliteit voor agroforestry gelanceerd. In Lelystad worden diverse boomsoorten en hagen aangeplant, in combinatie met jaarlijks wisselende eenjarige gewassen zoals aardappelen, granen en kool. De onderzoeksfaciliteit is ondergebracht bij de business unit Open Crops.
Experimentele basis
“Het Agroforestry-project loopt al een aantal jaren in Nederland. Diverse personen en instanties zijn er op experimentele basis mee aan de slag gegaan. Nu nemen we het op grotere schaal en wetenschappelijk over. Daartoe beschikken we nu over een perceel van 15 hectare. We gaan verschillende gewassen biologisch telen in een rotatie van één op de acht. Op deze manier kunnen we de effecten op de verschillende gewassen registreren. Op deze 15 hectare gaan we de komende 10 tot 15 jaar zeker op deze manier gewassen telen. ”Dat zegt projectmanager Maureen Schoutsen van WUR.
Agrarisch systeem
Agroforestry is een landbouwsysteem waarbij bomen en houtachtige (meerjarige) gewassen worden gecombineerd met akker- of groenteteelt (eenjarige gewassen) of veehouderij op één perceel. Door deze gewassen te combineren kan de veerkracht van het gehele landbouwsysteem worden vergroot. Agroforestry wordt steeds vaker een duurzame en innovatieve vorm van landbouw genoemd. Agroforestry heeft volgens WUR de potentie om bij te dragen aan: de productie van voedsel, veevoer en biomassa, het efficiënt gebruik van ecologische hulpbronnen, CO2-vastlegging, het versterken van de boven- en ondergrondse veerkracht van het landbouwsysteem, het vergroten van de biodiversiteit, het onderdak voor vee economische veerkracht van het agrarisch bedrijf door risicospreiding en het aanbieden van een recreatief landschap.
Beperkte kennis van mengteelt
Volgens WUR hebben gemengde gewassen de potentie om economisch en ecologisch beter te presteren dan monoculturen. Maar er is nog onvoldoende kennis en ervaring op het specifieke gebied van mengteelt van houtige gewassen met eenjarige akker- en groentegewassen. De WUR-onderzoekers willen antwoorden vinden op vragen als: Wat levert agroforestry op voor productie en bodemvruchtbaarheid? Heeft het invloed op de veerkracht en de druk op ziekten en plagen? Hoe integreer je natuur en biodiversiteit in een winstgevende bedrijfsvoering? Welke kansen en belemmeringen zijn er voor dit soort combinaties? De faciliteit wordt uitgerust met sensoren om gegevens te verzamelen over (micro) klimaat, wind (snelheid) en bodemgesteldheid (bodemtemperatuur en vocht).
positieve effecten
De verwachte positieve effecten op akkerbouwgewassen komen neer op minder schade door plagen en ziekten, een beter microklimaat en een betere bodemkwaliteit voor gewasgroei. Lan-teelt is volgens WUR te beschouwen als een vorm van strookteelt. Het huidige onderzoek naar strokenteelt met eenjarige gewassen suggereert een vermindering van de ziekte- en plaagdruk met 20-75 procent. Een eerder door WUR gepubliceerde meta-analyse van plagen in de lan-teelt laat zien dat er gemiddeld 24 procent meer natuurlijke vijanden en 25 procent minder geleedpotige plaagsoorten in deze percelen zijn.
Negatieve effecten
De negatieve effecten van agroforestry op akkerbouwgewassen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld concurrentie om licht, water en nutriënten. Dit leidt in de meeste gevallen tot een opbrengstvermindering nabij de boomstroken. Op grotere afstand van de bomen zijn de opbrengsten doorgaans hoger dan in een open veld. Dit komt door een beter microklimaat. Effecten als een hogere temperatuur, meer bodemvocht door lagere verdamping en verminderde gewasschade door wind en hitte zijn hiervoor verantwoordelijk. Een samenvattende studie van agroforestry-systemen met granen, maïs en soja laat een verwacht negatief effect zien op de gewasopbrengst naast boomstroken. Dit effect speelt zich af tot een afstand van ongeveer 1.6 keer de boomhoogte. Dit komt neer op gemiddeld 30 procent minder gewasopbrengst op dit deel van het perceel.
Sterkte
Volgens een WUR-factsheet heeft agroforestry de potentie om opbrengstverhogingen te realiseren in akkerbouwgewassen en mogelijk ook in houtige gewassen. Dit op voorwaarde van een goed ontworpen systeem waarbij veel aandacht wordt besteed aan de gewasinteracties. Keuze uit houtachtige rassen, rijafstand en plantdichtheid bepalen of het systeem goed presteert. Naast deze aspecten dient vooraf goed te worden nagedacht over de economische gevolgen voor de bouwplansaldo en de mogelijkheden om boomvruchten en bewerkte producten op de markt te brengen. Met de doorontwikkeling van verdienmodellen kan agroforestry een interessante economische activiteit worden voor agrarische ondernemers. Bovendien, als er financiële voordelen worden geboden aan sociale diensten, zoals koolstofvastlegging en biodiversiteit.