Technieken die in de categorie 'ongecompliceerd' vallen, hebben de voorkeur van akkerbouwers die willen starten met precisielandbouw. Ze kijken dus niet alleen naar kostenbesparingen en de verwachte omzetstijging.
Woensdag konden akkerbouwers uit de Veenkoloniën hun kennis op het gebied van precisielandbouw vergroten tijdens een webinar van het project Toepassing Innovatieve precisielandbouwtechnologie (TIP). Welke tools die telers kunnen gebruiken om een beter inzicht te krijgen in de bodem-, gewas- en opbrengstvariatie op percelen? En wat zijn de mogelijkheden van precisielandbouw?
Regionale onderzoeker Johan Booij van Wageningen Plant Research legde tijdens het webinar niet alleen de mogelijkheden uit, maar stelde ook de deelnemende akkerbouwers vragen. Op dit moment gebruiken telers vooral teeltregistratie en straight-ahead systemen met gps. Daarnaast adviesprogramma's voor phytophthora-bestrijding, variabele stikstofbemesting en variabele bekalking.
'Eenvoudig' en 'handig'
De vraag waarvan precisie technieken de telers die de telers in de nabije toekomst willen inzetten betreft voornamelijk variabele bemesting, toepassing van variabel granulaat tegen aardappelmoeheid en variabele bekalking. Deze keuzes hebben voornamelijk betrekking op de termen 'eenvoudig' en 'nuttig'. Dit zijn openlijke technieken waarvoor niet veel verschillende gegevens hoeven te worden gecombineerd.
Variabele loofdoding werkt 'ongecompliceerd' op basis van biomassa. Dat kan een gemiddelde besparing van 22 procent opleveren, blijkt uit de ervaring van zeven deelnemers aan de Nationale Proeftuin Precisielandbouw. Alle telers gebruikten het toen nog geautoriseerde product Reglone. Bij gebruik van duurdere middelen, zoals Quickdown en Spotlight, zorgt dit eerder voor een positief resultaat.
Locatiespecifieke kalkbeperking
Ook locatiespecifieke bekalking is redelijk 'rechttoe rechtaan': met behulp van een bodemscan de variatie in organische stof en zuurgraad binnen het perceel bepalen en op basis daarvan begrenzen. Bij variabele bekalking wordt op een specifieke locatie een optimale zuurgraad bereikt voor een goede gewasgroei.
Met variabele bijmesting kan de hoeveelheid biomassa worden bepaald met satellieten, drones of gewassensoren. Op basis hiervan kan plaatsspecifieke bijmesting een gemiddelde besparing opleveren van 37.5 kilo stikstof per hectare voor consumptieaardappelen. Dat betekent minder kosten en minder uitspoeling.
'Kijk in de kavel'
'De vraag is waarom de groei van een gewas op sommige delen van een perceel achterblijft of er erg goed uitziet', zegt Booij. 'Is het stikstof? U kunt er niet achter komen op basis van de drone-afbeeldingen. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld ziekte of vocht. U moet de gegevens altijd goed interpreteren en kijken welke toepassingen mogelijk zijn. Het advies is om het perceel te bekijken en aanvullende metingen te doen. '