Langdurig telen op vruchtbare kleigrond is mogelijk zonder aanvoer van organische en kunstmest van buitenaf. Dat blijkt uit de proef met de teelt van Planty Biologische maaimeststoffen. Bij de evaluatie na 9 jaar waren deelnemers en onderzoekers verrast door de stabiliteit. "Probeer dit niet op zandgrond", is een conclusie.
Op proefbedrijf Kollumerwaard gingen de onderzoekers op zoek naar de grenzen van wat mogelijk is met hun eigen maaimeststoffen. Ze gebruikten een biologisch teeltplan met een vruchtwisseling van zes jaar. Daarin was een zesde peulvrucht van maïs, die als stikstofmeststof fungeerde. Projectmedewerker Bodemvruchtbaarheid Geert-Jan van der Burgt: “We gebruikten de alfalfaklaver niet als voer voor het vee maar voor de bodem.”
Van der Burgt zegt dat het zo lang mogelijk was op de locatie Kollumerwaard, omdat de kleigrond vruchtbaar is. Hij denkt dat met de rijke voorraad aan mineralen in de klei op deze manier wel honderd jaar landbouw bedreven kan worden. “Dat is gewoon niet de bedoeling. We willen een cyclus beginnen. Dit onderzoek heeft te maken met het terugdringen van conventionele mest in de biologische landbouw.
Heel ver
De teler gebruikt het geoogste product om in zo'n systeem voedingsstoffen af te voeren. Het vinden van de grens door geen mest of kunstmest van buitenaf aan te voeren, maakt de proef interessant voor alle akkerbouwers. De vraag was hoe ver je daarmee kunt komen. Van der Burgt beantwoordt deze grond: "Heel ver!"
De productie van de Planty Organic-proef ligt zeer dicht bij de normale biologische teelt. Daarnaast is een zesde van de grond nodig voor stikstofteelt (17%). In vergelijking met conventionele landbouw geeft Planty Organic 40 procent opbrengst. Hoogleraar Plantaardige Productiesystemen Martin van Ittersum van WUR verklaart de 40 procent lagere opbrengsten aan de hand van de 20 procent die biologisch onder conventioneel is en de rest van het extra oppervlak voor stikstofteelt. “Dan klopt dat helemaal”, zei Van Ittersum.
De professor vindt de test bij SPNA erg interessant. “We hoeven niet terug te gaan naar 0 procent stikstof. We kunnen duurzame methoden inschakelen voor het recyclen van stikstof of stikstof. ”In het vervolg van Planty Organic willen de onderzoekers zich richten op het sluiten van de kringloop met reststromen.
Van der Burgt vindt het goed om fosfaat van buitenaf weg te laten in de test. "Je zou kunnen zeggen dat we de grond op deze manier ontginnen, maar ik denk dat we eerst kunnen uitzoeken hoe we het beste uit onze eigen bodemvruchtbaarheid kunnen halen voordat we de mijnen in Marokko leegmaken."
Genoeg land
Omgerekend is in de proef 1.6 keer zoveel land nodig om dezelfde productie te behouden. Dit aantal kan deels worden teruggebracht door reststromen te gebruiken in plaats van maaimeststoffen. Vegetarische Slager Jaap Korteweg vertelt dat inmiddels meer dan 70 procent van het mondiale landbouwareaal wordt gebruikt voor vee. “Er is land genoeg”, besluit hij, in de veronderstelling dat een meer plantaardig dieet de wereldvoedselvoorziening intact zal houden.
Conclusies van negen jaar
Samenvattend kijkt Planty Organic terug op negen succesvolle jaren. Deze vorm van landbouw is haalbaar met eigen mechanisatie. Bodemstikstof en organische stof worden in stand gehouden. Het systeem is zeer efficiënt met stikstof en de lekkage naar het grondwater is extreem laag. Dit komt ook door de constante begroeiing van de percelen.
Van der Burgt zegt dat de 'externalisering van kosten' minimaal is. Hij bedoelt dat er weinig machines en dus diesel nodig zijn en dat er geen schaarse externe middelen nodig zijn. Dit geldt ook voor de stikstofproductie, die ook energie kost als deze plaatsvindt in de vorm van meststoffen. Bij Planty Organic wordt 235 kilo stikstof per hectare gecirculeerd en 76 kilo verlaat het perceel als product. In het vergeleken conventionele systeem wordt 215 kilo stikstof per hectare per jaar gecirculeerd en verlaat 125 kilo als product het perceel. Conventioneel heeft een hogere productie.
De waarschuwing om dit niet alleen thuis te proberen, komt tijdens de evaluatie meerdere keren naar voren. Ten eerste moet de grond er vruchtbaar genoeg voor zijn. Het zal veel moeilijker zijn om vol te houden op zand. Jan Willem Bakker, teler bij Kollumerwaard, haalt al punten uit de proef. “In de afgelopen tien jaar ben ik van 170 kilo stikstof naar 100 gegaan, waarvan een deel uit mijn eigen kringloop komt. Daarbij maak ik gebruik van de kennis uit de proef over hoe een bodem functioneert zonder externe voorziening.